De set  SCHEMA-KAARTJES bevat 7 basisbehoeften en 21 schema-kaartjes.
De kaartjes zijn 9.8 x 9.8 cm, gedrukt op 400 grams MC glanzend papier met krasvast mat laminaat.

De kaartjes zitten in een bijpassend blikken doosje.

Een combinatie van een doosje SCHEMA-KAARTJES  
en een doosje MODI-KAARTJES is €79,95  
(excl. verzendkosten )

1. VEILIGHEID & VERBONDENHEID

1.1 EMOTIONELE VERWAARLOZING

1.2 VERLATING/INSTABILITEIT

1.3 WANTROUWEN/MISBRUIK

1.4 SOCIAAL ISOLEMENT/VERVREEMDING

1.5 MINDERWAARDIGHEID/SCHAAMTE

2. AUTONOMIE & IDENTITEIT

2.1 MISLUKKING

2.2 AFHANKELIJKHEID/ONBEKWAAMHEID

2.3 KWETSBAAR VOOR ZIEKTE EN GEVAAR

2.4 VERSTRENGELING/KLUWEN

3. REALISTISCHE GRENZEN

3.1 ZICH RECHTEN TOE-EIGENEN

3.2 GEBREK AAN ZELFCONTROLE/ ZELFDISCIPLINE 

 

4. ZELFEXPRESSIE & ZELFWAARDERING

4.1 ONDERWERPING

4.2 ZELFOPOFFERING

4.3 GOEDKEURING- EN ERKENNING ZOEKEN

 

5. SPONTANITEIT & SPEL

5.1 EMOTIONELE GEREMDHEID

5.2 EXTREEM HOGE EISEN/OVERMATIG KRITISCH

5.3 NEGATIVISME/PESSIMISME

5.4 BESTRAFFENDE HOUDING

6. ZELF-COHERENTIE

6.1 GEBREK AAN EEN BETEKENISVOLLE WERELD

6.2 GEBREK AAN COHERENTE IDENTITEIT

7. RECHTVAARDIGHEID

 7.1 ONRECHTVAARDIGHEID

Wat houdt elk schema in?

1. VEILIGHEID & VERBONDENHEID

1.1 EMOTIONELE VERWAARLOZING

Het gevoel dat je emotionele behoeften niet worden vervuld door anderen, wat leidt tot gevoelens van leegte en eenzaamheid.

1.2 VERLATING/INSTABILITEIT

Dit schema wordt gekenmerkt door de overtuiging dat belangrijke mensen je zullen verlaten of emotioneel onbereikbaar zijn. Het kan leiden tot intense angst voor verlating en een sterke behoefte aan bevestiging.

1.3 WANTROUWEN/MISBRUIK

Mensen met dit schema verwachten dat anderen hen zullen schaden, misbruiken, bedriegen of vernederen. Dit kan resulteren in wantrouwende relaties en het vermijden van intimiteit.

1.4 SOCIAAL ISOLEMENT/VERVREEMDING

Het gevoel dat je anders bent dan anderen en er niet bij hoort. Dit kan leiden tot eenzaamheid en sociale terugtrekking.

1.5 MINDERWAARDIGHEID/SCHAAMTE

De overtuiging dat je fundamenteel gebrekkig, slecht, ongewenst of waardeloos bent. Dit schema gaat vaak gepaard met intense schaamte en zelfkritiek.

2. AUTONOMIE & IDENTITEIT

2.1 MISLUKKING

De overtuiging dat je faalt, of zult falen, op belangrijke gebieden van het leven, zoals werk, school of relaties. Dit schema gaat vaak gepaard met gevoelens van incompetentie en minderwaardigheid.

2.2 AFHANKELIJKHEID/INCOMPETENTIE

De overtuiging dat je niet in staat bent om zelfstandig te functioneren of beslissingen te nemen zonder hulp van anderen. Dit kan leiden tot overmatige afhankelijkheid en een gebrek aan zelfvertrouwen.

2.3 KWETSBAAR VOOR ZIEKTE EN GEVAAR

Overdreven angst voor een catastrofe, zoals ziekte, ongelukken of andere rampen. Mensen met dit schema kunnen obsessief bezig zijn met hun veiligheid en gezondheid.

2.4 VERSTRENGELING/KLUWEN

Het gevoel dat je identiteit niet losstaat van die van anderen, vaak door een overmatige emotionele betrokkenheid met een ouder of partner. Dit kan leiden tot een gebrek aan zelfgevoel en autonomie.

3. REALISTISCHE GRENZEN

3.1 ZICH RECHTEN TOE-EIGENEN

De overtuiging dat je beter bent dan anderen en speciale rechten of privileges verdient. Dit kan leiden tot arrogantie en problemen in relaties door een gebrek aan empathie.

3.2 ONVOLDOENDE ZELFCONTROLE/ZELFDISCIPLINE

Moeite met zelfdiscipline en het tolereren van frustratie om doelen te bereiken. Dit kan resulteren in impulsief gedrag en problemen met verantwoordelijkheden.

4. ZELFEXPRESSIE & ZELFWAARDERING

4.1 ONDERWERPING

Het gevoel dat je je eigen behoeften en verlangens moet onderdrukken om te voldoen aan de eisen van anderen. Dit kan leiden tot wrok en gevoelens van slachtofferschap.

4.2 ZELFOPOFFERING

Overmatig bezig zijn met het vervullen van de behoeften van anderen ten koste van je eigen welzijn. Dit schema kan resulteren in uitputting en gevoelens van verwaarlozing.

4.3 GOEDKEURING/ERKENNING ZOEKEN

De behoefte om de goedkeuring en erkenning van anderen te krijgen om je waarde te voelen. Dit kan leiden tot het negeren van je eigen behoeften en waarden.

5. SPONTANITEIT & SPEL

5.1 EMOTIONELE GEREMDHEID

Het onderdrukken van je spontane gevoelens en gedragingen, vaak uit angst voor afkeuring of straf. Dit schema kan leiden tot emotionele afstandelijkheid en starheid.

5.2 EXTREEM HOGE EISEN/OVERMATIG KRITISCH

 Het gevoel dat je voortdurend aan extreem hoge normen moet voldoen om waardig te zijn. Dit kan leiden tot perfectionisme, zelfkritiek en gevoelens van ontoereikendheid.

5.3 NEGATIVISME/PESSIMISME

De neiging om je te richten op de negatieve aspecten van het leven en het verwachte falen of rampen. Dit kan leiden tot chronische angst en depressie.

5.4 BESTRAFFENDE HOUDING

De overtuiging dat mensen die fouten maken hard gestraft moeten worden, inclusief jezelf. Dit kan leiden tot een strenge, onbuigzame houding tegenover jezelf en anderen.

6. ZELF-COHERENTIE

6.1 GEBREK AAN EEN BETEKENISVOLLE WERELD

6.2 GEBREK AAN COHERENTE IDENTITEIT

7. RECHTVAARDIGHEID

7.17.1 ONRECHTVAARDIGHEID